In de eerste 7 levensjaren van een kind is de basisveiligheid voor een kind een must. In deze periode is hechting met de ouders erg belangrijk. Hoe meer liefde, veiligheid het kind heeft ervaren, hoe meer zelfvertrouwen het kind zal voelen.
Door verschillende redenen kan een kind de basisveiligheid geschaad zijn. Bijvoorbeeld door een heftige gebeurtenis, gemis van een ouder, geen liefde/aanraking, door een ziekte/ziekenhuisopname, maar ook de zwangerschap/conceptie speelt een rol. Als er bijv. veel stress is geweest in de zwangerschap, heeft een kind dit in de buik al gevoeld. Zelfs tijdens de conceptie kan dit het geval zijn.
Zo vanaf de 7 jaar komt het kind langzaam al meer los van de ouders en is er een toenemende onafhankelijkheid. De omgeving gaat een grotere rol spelen. Zoals leeftijdsgenootjes. Vriendschappen worden belangrijk. De behoefte om erbij te horen groeit. Je kunt je dan ook voorstellen dat groepsdruk ineens een rol gaat spelen en een kind dit ineens gaat ervaren, terwijl dit in het vorige schooljaar nog niet het geval was. Buitensluiten en pesten kunnen ook een rol gaan spelen. Groep 4 is vaak zo’n jaar waarin je een verandering merkt op dit gebied.
Ook emoties gaan een grotere rol spelen. Het kind wordt zich steeds meer bewust van wat hij/zij voelt. Maar een kind herkent deze emoties vaak nog niet en weet het nog niet wat het ermee aan moet.
Als onzekerheid een rol speelt, kan het zijn dat een kind, dat het moeilijk vindt om aan te sluiten, op een negatieve manier aandacht gaat vragen en je dus negatief gedrag ziet richting anderen kinderen. Of het trekt zich juist terug.
Langzaamaan kan er meer evenwicht en zelfvertrouwen komen bij het kind.
Is dit echter niet het geval, dan kan is het fijn om te kijken naar de oorzaak hiervan en het kind te ondersteunen.
In een groep kan een hoog sensitief kind van alles voelen en overweldigd raken waardoor het uit balans raakt.
Natuurlijk willen we als ouders dat het goed gaat met ons kind, dat het vriendjes/vriendinnetjes heeft en het zorgeloos kan spelen. Het is niet nodig om bij iedere aanvaring tussen je kind en een ander kind, het ergste ervan te denken. Kinderen mogen hiervan leren en leren dat je het ook goed kan maken. Het is fijn dat op het moment dat het gebeurt, ruimte maakt voor je kind om te luisteren. (Raakt het je erg als ouder, dan is dit mogelijk nog een stukje in jou wat geheeld mag worden!)
Maar mocht je nu merken dat het niet goed kunnen aansluiten een grote rol gaat spelen bij je kind, dan is het fijn voor jou kind om hiermee aan de slag te gaan en het kind en de ouders handvaten te geven. Waarom ook de ouder? Nou heel simpel. Een kind heeft jou als ouder nodig. Het kan het (nog) niet alleen. Als jij weet hoe jou kind te begeleiden/ondersteunen, dan leert je kind hier veel van en als het kind het vervolgens lukt om, met ondersteuning van zijn/haar omgeving, het toch zelf te kunnen, groeit het zelfvertrouwen.
Maar ook door weer balans in het energetisch lichaam te brengen, kan het kind beter bij zichzelf blijven en in de eigen kracht gaan staan, wat een kind sterker maakt in contact met anderen en omgaan met lastige situaties.
